Coinbase getroffen met een nieuwe rechtszaak over vermeend wanbeheer van openbare vermelding

Coinbase Global, Inc. staat al een tijdje op de radar.

Onlangs werd een zaak wegens handel met voorkennis ingediend tegen een ex-werknemer van het bedrijf en zijn twee familieleden. De opschudding hierover was nog niet eens tot bedaren gekomen voordat Coinase voor nog een andere rechtszaak wordt geconfronteerd. 

Donald Kocher heeft de laatste klacht ingediend bij de US District Court in Delaware. De nieuwe rechtszaak beweerde dat de executives van Coinbase misleidende verklaringen aflegden voorafgaand aan zijn openbare vermelding in april 2021. 

De klacht bestond uit beschuldigingen dat de investeerders door de valse verklaringen van het management van Coinbase aandelen van Nasdaq-aandelen kochten. De aandelen zouden zijn gekocht zonder tussenkomst van tussenpersonen zoals Wall Street Investment Banks. 

In zijn klacht tegen Coinbase heeft Kocher negen voormalige en huidige Coinbase-functionarissen beschuldigd, waaronder CEO Brian Armstrong, CFO Alesia Haas en bestuurslid Marc Andreessen. De klacht tegen de functionarissen beweert dat ze de federale effectenwet hebben overtreden, hun macht hebben misbruikt en financiële schade hebben toegebracht aan het bedrijf als gevolg van grof wanbeheer.

Zoals verwacht zijn de Coinbase-aandelen enorm gedaald na het nieuws.

De zaak over handel met voorkennis

Federale autoriteiten hadden strafrechtelijke en civiele aanklachten ingediend tegen een ex-medewerker van Coinbase en twee andere mannen in een zaak van handel met voorkennis. 

Volgens de documenten betrof de zaak vertrouwelijke informatie over cryptocurrency-activa die op het punt stonden op de Exchange van Coinbase te worden geplaatst.

Volgens federale aanklagers in Manhattan waren de beschuldigden vermoedelijk meer dan tien maanden betrokken bij transacties met behulp van informatie over 14 vermeldingen op Coinbase die ongeveer $ 1.5 miljoen aan illegale winsten opleverden. De mannen werden beschuldigd van drie accounts van draadfraude en samenzwering om draadfraude te plegen.

Bovendien wordt Coinbase onderzocht door de Amerikaanse Securities and Exchange Commission (SEC) over de vermeende verkoop van effecten. De crypto-uitwisseling heeft ook geprobeerd om twee afzonderlijke rechtszaken aangespannen door ontevreden investeerders naar arbitrage te sturen.

De nieuwste procedures 

Volgens de klacht ingediend op 4 augustus, “De zaken, goodwill en reputatie van Coinbase bij zijn zakenpartners, regelgevers en aandeelhouders zijn ernstig aangetast."

Dit is een "Aandeelhouder afgeleide pak” geval waarin een aandeelhouder leidinggevenden namens het bedrijf kan aanklagen. Omdat Coinbase openbaar wordt verhandeld, is het kwetsbaar voor dergelijke deponeringen tegen hen.

In de laatste rechtszaak die bij de rechtbank is aangespannen, staat dat het bedrijf misleidende verklaringen heeft afgelegd in zijn registratieformulier bij de SEC, ingediend in februari 2021, maanden vóór de openbare notering. 

Verwijzend naar de vermeende ineenstorting van de groeistrategie van Coinbase, wijst het pak ook op hetzelfde en noemt het een 'vliegwiel'.

SEC van Coinbase registratieverklaring ging als volgt:

“Onze unieke aanpak trekt retailgebruikers, instellingen en ecosysteempartners naar ons platform, waardoor een krachtig vliegwiel ontstaat: retailgebruikers en instellingen slaan activa op en stimuleren de liquiditeit, waardoor we de diepte en breedte van crypto-activa die we aanbieden kunnen uitbreiden en nieuwe, innovatieve producten en diensten die nieuwe klanten aantrekken.”

Het pak beweert dat 'Het falen van de 'vliegwiel'-cyclus van Coinbase kan worden toegeschreven aan het toegenomen volume en de crypto-uitwisseling kreeg steeds meer te maken met systeemverstoringen en vertragingen als gevolg van de grote vraag.' 

Desalniettemin noemt de klacht slechts zes vliegwielstoringen in 2019 en 12 incidenten in 2022 om de claim te ondersteunen. Later, in 2021, ging Coinbase naar de beurs via directe listings.

De aanklacht ingediend in Delaware verklaart ook dat: "de leidinggevenden van Coinbase hebben de Securities Act van 1933 geschonden. Dit dwingt de bedrijven om volledige en eerlijke openbaarmaking te geven van het karakter van effecten die worden verkocht in interstatelijke en buitenlandse handel."

"Afgezien van het schaden van het imago en de reputatie van het bedrijf, is en zal Coinbase ernstig worden beschadigd en gewond door het wangedrag van de gedaagden," Kocher's pak beweert.

Het klachtendossier citeert dat de vergoedingen en voordelen die worden betaald aan de genoemde bestuurders en bestuursleden, die de effectenwet zouden hebben overtreden, een ongerechtvaardigde verrijking zijn. De rechtszaak stelt ook dat verliezen aan marktkapitaal en kosten om het bedrijf te verdedigen tegen de juridische actie Coinbase hebben geschaad. 

Het vraagt ​​een jury om de beklaagden de schadevergoeding aan het bedrijf te laten betalen en ook de juridische kosten van Kocher te dekken.

Een eerdere mislukte petitie die in juni door een groep medewerkers van Coinbase werd verspreid, vroeg om vervanging van drie leidinggevenden. Daarom zijn de beschuldigingen van wanbeheer tegen de Coinbase-leiders niet nieuw.