Wall Street is op zoek naar een teken, welk teken dan ook, dat de Amerikaanse inflatie snel van de grond komt. Maar het is onwaarschijnlijk dat ze veel verkoeling zullen vinden in het rapport van mei over de consumentenprijzen.
De consumentenprijsindex zal naar verwachting een grote stijging van 0.7% laten zien wanneer het rapport vrijdagochtend wordt vrijgegeven - meer dan het dubbele van de winst in de voorgaande maand.
En het aantal zou zelfs nog hoger kunnen zijn na een nieuwe piek in de benzinekosten, evenals gestaag stijgende huren en voedselprijzen.
De stijging van de inflatie in het afgelopen jaar zal naar verwachting in de buurt van het 40-jarige hoogtepunt van 8.4% blijven.
In april daalde het jaartarief voor het eerst in acht maanden tot 8.3%. De eerdere meting van 8.5% in maart was de hoogste sinds december 1981.
De grote zorg op Wall Street
DJIA,
SPX,
is dat de inflatie verschuift van goederen naar diensten. Dat komt omdat stijgende prijzen in diensten - denk aan huur, hoteltarieven en vliegtickets - vaak moeilijker om te keren zijn en vaak een teken zijn dat inflatie in de economie verankerd raakt.
Tot voor kort was de meeste inflatie in de VS geconcentreerd in goederen zoals nieuwe en gebruikte voertuigen, benzine, voedsel en andere consumptiegoederen.
De goedereninflatie werd veroorzaakt door een combinatie van een hoge vraag en aanhoudende tekorten aan belangrijke materialen zoals computerchips in de nasleep van de pandemie.
Terwijl de aanbodtekorten lijken te verminderen, hebben de hogere kosten van gas, granen en andere cruciale materialen de kosten van diensten verhoogd.
Restaurants betalen bijvoorbeeld hogere prijzen voor levensmiddelen en huizenbouwers worden nog steeds gehinderd door hoge kosten van voorraden en arbeid.
Vorige maand waren diensten goed voor ongeveer 40% van de inflatie — en dat aantal stijgt. De jaarlijkse service-inflatie is in april bijna verdubbeld tot 4.9% ten opzichte van afgelopen zomer.
"De laatste tijd zijn de drijvende krachten achter de inflatie geëvolueerd naar diensten", zegt de Amerikaanse econoom Alex Pelle van Mizuho Securities.
Verreweg de grootste bijdrage aan de service-inflatie zijn de stijgende huren en huizenprijzen. Onderdak is het grootste onderdeel van de consumentenprijsindex en vormt een derde van de totale prijsindex.
De huren zijn het afgelopen jaar met 4.8% gestegen, de snelste stijging sinds 1987.
Door hogere huren zal de zogenaamde kerninflatie in mei naar verwachting met een forse 0.5% stijgen. Dat zou het jaarlijkse tarief op een steile 5.9% brengen versus 6.2% in maart.
De kernrente laat voedsel en energie buiten beschouwing en wordt gezien als een betrouwbaardere voorspeller van toekomstige inflatietendensen. Voedsel- en gasprijzen ondergaan vaak grote schommelingen en blijven zelden langer dan een paar jaar hoog.
De Federal Reserve, de inflatiebewaker van het land, kan de hogere voedsel- en gasprijzen echter niet negeren. Ze zijn huishoudelijke artikelen en wekken veel publieke en politieke verontwaardiging op over hoge inflatie.
De centrale bank ligt op schema om de rentetarieven het komende jaar fors te verhogen en uiteindelijk zou dat de economie voldoende moeten vertragen om de inflatie te stimuleren.
Zo is de 30-jaars vaste hypotheekrente verdubbeld tot bijna 5.5%, van 2.7.5% afgelopen najaar. Hogere tarieven zouden de vraag naar woningen moeten temperen en de woonkosten gedeeltelijk moeten terugdringen, maar dat zal niet van de ene op de andere dag gebeuren.
Wat betekent dat voor de Fed? De centrale bank zal de rente snel moeten blijven verhogen om te laten zien dat het zaken betekent - of op de lange termijn een hogere inflatie riskeren.
“Elke gedachte aan een 'pauze' in Fed-renteverhogingen in september, zoals Atlanta Fed
President [Raphael] Bostic mijmerde over:, lijkt hoogst onwaarschijnlijk', zegt Stephen Stanley, hoofdeconoom bij Amherst Pierpont Securities.
Bron: https://www.marketwatch.com/story/us-didnt-get-any-relief-from-high-inflation-in-may-cpi-to-show-another-big-gain-11654795321?siteid= yhoof2&yptr=yahoo