Gemiddelde benzineprijzen onder de afgelopen vier presidenten

In juni 2022, gedreven door een combinatie van de Russische invasie van Oekraïne, een economisch herstel van Covid-19 en aantoonbaar bepaald beleid van de regering Biden, bereikte de gemiddelde wekelijkse benzineprijs een recordhoogte van $ 5.07 per gallon. (bron).

Sindsdien zijn de benzineprijzen aanzienlijk gedaald en waren ze recentelijk $ 3.51 / gallon. Maar ik dacht dat het misschien interessant zou zijn om te kijken naar de gemiddelde benzineprijs onder elke president in de afgelopen 20 jaar of zo. (Voordien waren de benzineprijzen over het algemeen minder dan $ 2.00 per gallon).

Presidenten krijgen veel krediet en schuld over stijgende en dalende benzineprijzen. In werkelijkheid kan een president niet veel doen om de benzineprijzen op korte termijn te beïnvloeden. Op langere termijn kan een president beleid aannemen dat vraag en aanbod op zo'n manier beïnvloedt dat ze de benzineprijzen beïnvloeden. Maar op korte termijn heeft een president relatief weinig handvatten om de benzineprijzen te beïnvloeden.

Toch wordt de populariteit van een president sterk beïnvloed door wat er met de benzineprijzen gebeurt. Laten we dus eens kijken naar de gemiddelde benzineprijs onder toezicht van elk van de afgelopen vier presidenten.

De volgende afbeelding toont de gemiddelde jaarlijkse benzineprijs gedurende elk jaar van de laatste vier presidentiële termijnen. Republikeinse presidenten worden in rood weergegeven, Democraten in blauw. De cijfers zijn afkomstig van de EIA en vertegenwoordigen de gemiddelde verkoopprijs van alle soorten benzine. U kunt de ruwe gegevens zien hier.

Deze afbeelding toont de gegevens, maar heeft context nodig. Er zijn veel verhalen die kunnen worden afgeleid uit een oppervlakkige lezing van de gegevens, maar veel ervan zouden fout zijn. Zo zag president Bush tijdens zijn ambtsperiode de benzineprijzen enorm stijgen. Het zou zeker gemakkelijk zijn hem hiervoor de schuld te geven, maar president Bush was zeer pro-olie- en gasontwikkeling.

In feite zijn de technologieën die hebben geleid tot de fracking-boom grotendeels ontwikkeld onder president Bush. Maar fracking begon pas enorme voordelen te vertonen tijdens de termijn van president Obama.

Wat er onder president Bush gebeurde, was dat de Chinese vraag sterk groeide en Saudi-Arabië traag was met het verhogen van de productie. Dit leidde tot een wijdverspreide overtuiging dat de wereldwijde olieproductie zijn hoogtepunt had bereikt, en dat hielp bij het creëren van een zeepbel in de olieprijzen. Die zeepbel spatte uiteindelijk uiteen in 2008 toen een recessie de wereldwijde vraag naar olie deed dalen.

Net als Bush had Obama aanvankelijk te maken met stijgende benzineprijzen. Die prijzen bereikten een piek op het hoogste jaargemiddelde tot nu toe van welke president dan ook, voordat ze terugvielen tot het laagste niveau sinds de eerste ambtstermijn van Bush. De reden voor de ineenstorting van de benzineprijzen was dat Saudi-Arabië besloot een prijzenoorlog met de VS aan te gaan om marktaandeel terug te winnen dat verloren was gegaan door de Amerikaanse schalieolieboom.

Dus de meeste opkomst en ondergang onder Bush en Obama hadden niet echt veel te maken met hun beleid. Je zou kunnen stellen dat het pro-oliebeleid onder Bush de uiteindelijke olieovervloed inluidde die onder Obama plaatsvond, maar dit zijn opnieuw langetermijnbeleidseffecten.

De benzineprijzen stegen tijdens elk van de eerste twee ambtsjaren van president Trump, waarmee de tweejarige trend die een einde maakte aan Obama's tweede ambtstermijn, werd omgebogen. Tegen het derde ambtsjaar van Trump daalden de prijzen licht, maar daarna daalden de prijzen scherp in het vierde jaar van Trump als gevolg van de Covid-19-pandemie en de impact ervan op de olieprijzen. De benzineprijzen in 2020 waren op hun 2e laagste niveau sinds 2004.

Toen president Biden aantrad, waren de benzineprijzen al enkele maanden aan het stijgen toen de wereld begon te herstellen van Covid-19. Maar de vraag overtrof het aanbod en de olieprijzen bleven stijgen. Toen, begin 2022, viel Rusland Oekraïne binnen, en dat hielp de gemiddelde jaarlijkse benzineprijs dat jaar opdrijven tot $ 4.06 / gallon, het hoogste jaarlijkse gemiddelde ooit.

Het is duidelijk dat 2023 onvolledig is, maar tot nu toe is de gemiddelde jaarprijs van benzine dit jaar $ 3.47/gallon. Dat betekent een daling van 14.5% ten opzichte van 2022, maar er is nog veel jaar te gaan.

Tot op heden is de gemiddelde benzineprijs tijdens de ambtstermijn van president Biden – met nog bijna twee jaar te gaan – $ 3.60/gallon. Dat is op weg om het hoogste gemiddelde te zijn onder welke president dan ook. Hier ziet u hoe de prijzen zich opstapelen per gallon, van het laagste naar het hoogste gemiddelde voor hun voorwaarden:

1. Joe Biden (gedeeltelijke termijn) — $ 3.60
2. Barack Obama eerste termijn - $ 3.12
3. Barack Obama tweede termijn - $ 2.95
4. George W. Bush tweede termijn - $ 2.77
5. Donald Trump - $ 2.57
6. George W. Bush eerste termijn - $ 1.59

Dus je kunt zien hoe iemand zou kunnen beweren dat Republikeinen beter zijn voor benzineprijzen. Presidenten Bush en Trump waren de enige presidenten die gedurende vier opeenvolgende jaren toezicht hielden op de gemiddelde benzineprijs van minder dan $ 3.00/gallon.

Maar de waarheid is genuanceerder dan dat. De technologieën die tot de frackingboom hebben geleid, zijn ontwikkeld onder een Republikeinse president. Dat is op zijn beurt verantwoordelijk voor veel van de ups en downs in de prijs door de jaren heen. Maar Saoedi-Arabië/OPEC en de Covid-19-pandemie en het daaropvolgende herstel hadden ook een enorme impact. Deze factoren lagen grotendeels buiten de controle van een president.

In het volgende artikel zal ik de evolutie van de olieproductie tijdens de termijn van elke president bespreken. President Obama leidde de grootste uitbreiding van de olie- (en gas)productie in de geschiedenis van de VS. Maar net als bij benzineprijzen is de context belangrijk.