3 redenen waarom de prijsoorlog van Elizabeth Warren geen zin heeft

Sommige van onze gekozen vertegenwoordigers kunnen er niets aan doen, zo lijkt het.

Eerder deze maand besloot senator Elizabeth Warren om: lanceer een oorlog tegen prijsopdrijving. De duw komt als de benzineprijzen gestaag hoger worden en in de huishoudbudgetten bijten.

Een samenvatting van het wetsvoorstel van Warren vermeldt het volgende:

• Het zou “de praktijk van prijsopdrijving tijdens alle abnormale marktverstoringen – inclusief de huidige pandemie – verbieden door de Federal Trade Commission (FTC) en de openbare aanklagers te machtigen om een ​​federaal verbod op gewetenloos buitensporige prijsstijgingen af ​​te dwingen, ongeacht de positie van een verkoper in een toeleveringsketen.”

Met andere woorden, bedrijven mogen niet profiteren van onderbrekingen in de toeleveringsketen om snel geld te verdienen.

Hoewel dat op het eerste gezicht nobel klinkt, is het beladen met problemen. In feite is de hele inspanning onzinnig, achterlijk en zelfvernietigend, althans vanuit economisch oogpunt.

Dit is waarom.

Ten eerste zal de gemakkelijkste manier voor bedrijven om beschuldigingen van prijsopdrijving te vermijden, elke prijsstijging waarschijnlijk verergeren. Als de exploitant van een benzinestation bijvoorbeeld bang is dat de procureur-generaal komt aankloppen, stopt die persoon gewoon met de verkoop van benzine en diesel. Probleem opgelost voor de persoon die het tankstation bedient, maar niet voor automobilisten die nu een andere bron voor hun brandstof moeten zoeken. Waarschijnlijk zal een dergelijke stap van producenten leiden tot verdere prijsstijgingen naarmate het aanbod slinkt.

Ten tweede, maar niet minder belangrijk, is het niet duidelijk wat als prijsopdrijving telt. Als de prijs van olie is gestegen, en dat is het geval, dan kunnen we zeker verwachten dat de prijs van benzine hetzelfde zal doen. De twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Ruwe Brent-olie bracht onlangs $ 119 per vat op, tegen minder dan $ 70 begin december. Het was dan ook geen verrassing dat de benzinefutures een vergelijkbare beweging zagen. Ze handelden onlangs op ongeveer $ 4 per gallon (exclusief belasting) van minder dan $ 2 begin december.

Ten derde lijkt het erop dat niet alle bedrijfstakken gelijk zullen worden behandeld. Terwijl olieproducenten en raffinaderijen een gemakkelijk doelwit zijn. Evenzo maakt het tekort aan babyvoeding de makers van dat voedsel snel tot paria's.

Andere sectoren lijken echter jaar in, jaar uit tegen absurde tarieven weg te komen met stijgende prijzen. En dat doen ze zonder commentaar van onze politici.

Het affichekind hiervan zijn de verzekeringsmaatschappijen die profiteren van de verplichte inschrijving in ObamaCare voor alle inwoners. De kosten voor de Affordable Care Act (ook bekend als ObamaCare) ziektekostenverzekering zijn gestegen nog eens 21% voor 2022 ten opzichte van het jaar ervoor. Dergelijke jaarlijkse verhogingen lijken te hebben plaatsgevonden sinds de invoering van de wet meer dan tien jaar geleden.

Als olieproducenten die de wereldprijs van olie niet beheersen het doelwit zijn, waarom zouden dan ook zorgverzekeraars het doelwit moeten zijn? Ik denk dat de politici daar wat uit te leggen hebben.